Wat is een gastoevoersysteem?

De hoofdgasleiding is ontworpen om aardgas van productielocaties naar gasdistributieleidingen en vervolgens, via bouwleidingen, naar eindgebruikers te transporteren. Het systeem heeft zijn eigen constructieregels, gebruiksnormen en gebruiksnormen.

Gasdistributiesystemen

Gasdistributiesystemen (GOST 54983 2012) zijn: industriële complexenwaardoor de levering van gas onder druk van een producent of producent aan consumenten wordt verzekerd. Omvat gasdistributienetwerken en stations langs het tracé van de hoofdgasleiding.

Het complex is voorzien van speciale apparaten om de vereiste druk in de leidingen te creëren en te behouden, en ook:

• instrumenten voor het meten van het verbruik van blauwe brandstof;
• afsluiters in geval van lekkage of ongeval op een aftakking van de gasleiding;
• communicatie apparaten;
• alarm.

De belangrijkste elementen van het systeem zijn: gasdistributienetwerkenwaardoor brandstof direct wordt getransporteerd.

Algemene vereisten

Vereisten voor gasdistributiesystemen:

• De noodzaak om brandstof aan de consument te leveren in de juiste hoeveelheid en bepaalde parameters.
• Constructie en ontwerp nieuwe installaties van het systeem, evenals de reconstructie van oude, moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met de bestaande regelingen die zijn ontwikkeld als onderdeel van regionale, interregionale en federale vergassingsprogramma's.
• Binnenste diameter de leiding dient te worden berekend op basis van het maximale maximale gasverbruik in de regio.
• Kwaliteit aardgas wordt bepaald door de standaard GOST 5542 - vloeibaar petroleumgas (LPG).
• Systemen moeten worden ontworpen om te voorzien in: maximaal beschermingsniveau tijdens de exploitatie van gasdistributienetwerken.
• Pijp ligging uitgevoerd rekening houdend met hydrogeologische omstandigheden.
• Sterkte van de gasleiding wordt bepaald door de dikte van de buiswanden, het fabricagemateriaal, verbindingsdelen, rekening houdend met de belasting op structurele elementen, gastemperatuur.
• verschillende pijplijn vervormingen, bijvoorbeeld temperatuur, zijn onaanvaardbaar.
• Speciale vereisten van SNiP voorzien in bouwnormen in seismisch onstabiele gebieden.
• Staalconstructies moeten worden beschermd tegen roest, bodemcorrosie en zwerfstromen.
• Staalconstructies gelegen onder snelwegen, moeten worden beschermd met aanvullende technische middelen om ponsen of doorboren te voorkomen.
• Voor een ondergrondse gasleiding, stalen en polyethyleen buizen, voor bovengronds en grond - alleen staal.
• Er zijn normen voor staalkwaliteit, waaruit leidingen voor gastransport worden gemaakt. Ze moeten in aanmerking worden genomen.
• slagvastheid: staal voor regio's waar de temperatuur onder de 40 graden Celsius kan dalen, moet minimaal 30 J per cm² zijn.

Valera

De stem van de bouwgoeroe

Een vraag stellen

Gasdistributiesystemen die zijn ontworpen voor meer dan 100 duizend mensen, moeten worden uitgerust met geautomatiseerde afstandsbedieningssystemen.

Gasreductie en meetpunten

Gasreductiestations van het bloktype vervullen de volgende functies:

• noodstop van de brandstoftoevoer;
• meting van gasverbruik;
• het handhaven van druk ongeacht de inlaatdruk;
• verlaging (afname) van de inlaatdruk.

Maak onderscheid tussen industriële en thuispunten voor gasreductie. Apparatuur is ook geclassificeerd:

• door het aantal uitgangen - een of meer;
• door het aantal reductielijnen - alleen hoofd-, hoofd- en back-up, met twee leidingen geconfigureerd voor verschillende druk, met twee back-up, met twee hoofd- en twee back-up, met sequentiële drukverlaging, met een of twee uitgangen.

Gasregelpunten van twee of vier leidingen zijn onderverdeeld in installaties met sequentiële of parallelle regeling. Door uitlaatdruk: - hetzelfde of anders. Bovendien hebben de punten een verschillende doorvoer.

Reserve- en cilinder-LPG-installaties

Vloeibaar petroleumgas kan dienen: extra reservebrandstof voor installaties op aardgas. LPG is goedkoper dan diesel of stookolie, evenals kolen, maar deze praktijk is nog niet wijdverbreid in Rusland.

Lage bedrijfskosten... Het voordeel is dat LPG niet op lage temperaturen hoeft te worden verwarmd. De overgang naar de gebruikelijke vorm vindt plaats dankzij mengsystemen.

Brandstofreserve noodzakelijk voor de werking van ketelhuizen in maatschappelijk belangrijke voorzieningen - scholen, ziekenhuizen, kleuterscholen.

LPG kan worden opgeslagen in tanks - bovengronds of ondergronds - evenals in cilinders. De tankinstallatie moet zijn uitgerust met een regelaar van druk, volume en restgas binnenin, afsluiters, pijpleidingen voor elke fase - vloeistof en damp.

Moet volgen installatie regels bovengrondse en ondergrondse tanks om hun stabiele positie gedurende de hele levensduur te garanderen. Het is wenselijk om minimaal twee tanks in de installatie te hebben. Als er maar één werkt, volgens de bedrijfsregels, moet een lange pauze in het verbruik van LPG worden toegestaan ​​- minimaal een maand.

Totale capaciteit een ondergrondse stand-by unit - 300 kubieke meter. Bovengronds - van 5 tot 20 kubieke meter. Eén ondergrondse tank kan 50 tot 100 kubieke meter LPG bevatten, gemalen - van 5 tot 10.

LPG-cilinderinstallaties onderverdeeld:

• op complexen individueel gebruikbestaande uit twee cilinders;
• groep, bestaande uit meerdere cilinders - meestal tot 10 - 12 stuks.

Anders soorten stalen cilinders - met kleppen, schalen, maar ook met verschillende combinaties van deze elementen.

De gasflesinstallatie omvat::

• stalen cilinder voor LPG;
• afsluitkleppen - kleppen, hoekkleppen;
• druk regelaar;
• restgas manometer binnen;
• PSK-klep;
• lage- en hogedrukleidingen.

Balloninstallaties kunnen zowel binnen als buiten het gebouw worden geplaatst. Ze zijn met elkaar verbonden door middel van rubberen slangen of een metalen verdeelstuk. Het volume van een cilinder is afhankelijk van de te verwarmen ruimte: voor woongebouwen volume tot 1 kubieke meter, voor industriële installaties - tot 1,5 kubieke meter.

Gastankstations en LPG-punten

Gasvulstations zijn ontworpen voor opslag van vloeibaar petroleumgas, verdelen over cilinders en leveren aan consumenten... Er kan ook apparatuur zijn voor het tanken van voertuigen.

Stations zijn meestal buiten woonwijken gebouwd, maar zodat er een brandweerkazerne in de buurt is en er gemakkelijke toegangen tot de faciliteit zijn. De dichtstbijzijnde bosgordels moeten op minimaal 50 meter afstand liggen. De bodembedekker is niet brandbaar.

Het tankstation moet worden uitgerust met parkeerplaatsen voor het uitstappen van passagiers.

Gaspijpleidingen voor buiten

Gasleidingen zijn geclassificeerd in de volgende groepen:

• buiten - onder hen zijn straat, tuin, intra-quarter, inter-workshop;
• intern;
• onderwater;
• oppervlakte;
• bovengronds.

Aan de buitenrand van het gebouw wordt geacht een externe gasleiding te zijn aangelegd. Voor de installatie zijn er speciale SNiP-regels:

• het leggen op de muren van gebouwen is toegestaan ​​als: pijpdruk niet groter is dan 0,3 MPa;
• pijpen hoge druk worden over de ramen van de bovenste verdiepingen gelegd, en alleen in niet-residentiële gebouwen;
• gasleiding kan niet worden geïnstalleerd naast de hoogspanningslijnals het niet in een stalen buis zit;
• als een hoogspanningsleiding een gasleiding kruist, moet deze worden gelokaliseerd niveau hoger;
• de afstand tussen de gasleiding en andere leidingen is van 100 tot 300 mm - hangt af van de diameter;
• moet zijn afsluitershet afsluiten van de gehele gasleiding of een gedeelte daarvan;
• wanneer gecombineerde plaatsing van verschillende leidingen moet worden voorzien Gratis toegang voor elk type communicatie.

Het aanleggen van gasleidingen in kelders, evenals hun toegang tot de lift, afvalbak, transformatorstation en andere nutsruimten, is niet toegestaan.

bovengronds

De bovengrondse gasleiding wordt aangelegd boven of op het aardoppervlak... Soms worden steunen van onbrandbare materialen gebruikt.

Accommodatie is mogelijk:

• op kolommen of viaducten;
• in ketelruimen of andere industriële gebouwen voor industrieel gebruik;
• op blinde muren of in de buurt van niet-openende ramen;
• op bruggen van onbrandbare materialen - in dit geval moeten de buizen naadloos of elektrisch gelast zijn;
• op de muren van het dak van gebouwen.

Doorvoer leggen een gasleiding met enige druk op de muren en het dak van openbare gebouwen is niet toegestaan. Je kunt ook geen gasleiding aanleggen. Op bruggemaakt van brandbare materialen.

Bovengrondse gasleidingen kunnen onderweg ravijnen, rivieren, weg-, spoor- of tramsporen doorkruisen.

Valera

De stem van de bouwgoeroe

Een vraag stellen

De hoogte van de bovengrondse of bovenwaterleiding mag de inspectie of reparatie, indien nodig, niet belemmeren. Als een bovengrondse gasleiding een hoogspanningsleiding kruist, moet deze beneden worden geplaatst en worden beschermd door een hek.

Speciale vereisten voor het leggen van een gasleiding zijn aangegeven in SNiP met betrekking tot: metro lijnen. In dit geval zijn bij lekkage grootschalige ongevallen door vonken en gasontsteking mogelijk.

Ondergronds

De keuze van het tracé voor de ondergrondse gasleiding dient te worden gekozen op basis van: deining van de bodem en andere geologische kenmerken, evenals de corrosiviteit van de bodem in de regio, de aanwezigheid van zwerfstromen.

Met een nauwe locatie van bovengrondse en ondergrondse gascommunicatie, is het noodzakelijk om te gebruiken naadloze of elektrisch gelaste buizen, vooral als, volgens de technische specificaties, de onderlinge afstand met 50% wordt verminderd.

Ondergrondse gasleidingen op de punten van uitgang en ingang in de grond zijn: gevallen... Als er geen gevaar voor beschadiging van de leiding bestaat, is de installatie van de behuizing niet nodig.

De gezamenlijke aanleg van de gasleiding en elektrische leidingen voor het onderhoud ervan wordt uitgevoerd in overeenstemming met de PUE - de regels voor de installatie van elektrische installaties.

Het is mogelijk om onderwaterkruisingen van een ondergrondse pijpleiding door rivieren te leggen. In dit geval wordt de installatie uitgevoerd in het smalste, maar gelijkmatige stuk met zachte, niet-gewassen hellingen. Vermijd rotsachtige gebieden.

Onderwatergasleidingsecties worden meestal gelegd in 2 vestigingen met dezelfde bandbreedte - voor het geval een van hen beschadigd is.

Hoge en lage druk

Classificatie van gaspijpleidingen door gasdruk:

• gaspijplijn lage druk - het wordt gebruikt om blauwe brandstof te leveren aan woongebouwen, administratieve centra, nutsbedrijven en huishoudelijke bedrijven, de werkdruk is meestal niet hoger dan 0,005 MPa;
• gasleidingen metgemiddelde druk - voor het onderhoud van industriële installaties, gasregelinstallaties, werkdruk van 0,005 tot 0,3 MPa;
• hogedruk categorie 2 - van 0,3 tot 0,6 MPa om gas te leveren aan grote industriële ondernemingen, evenals gaspijpleidingen met lagere druk;
• hogedruk gasleiding categorie 1 - van 0,6 tot 0,2 MPa - voor snelle levering van productielocaties via gasdistributienetwerken naar consumenten.

Op hun beurt zijn de belangrijkste gasleidingen onderverdeeld in: 2 drukklasse:

• 1 omvat leidingen met een druk van 2,5 tot 10 MPa;
• naar 2 leidingen met een druk van 1,2 tot 10 MPa.

Valera

De stem van de bouwgoeroe

Een vraag stellen

Gaspijpleidingen met een druk tot 1,2 MPa zijn geen hoofdleidingen - het zijn leverings-, in-plant-, stadsnetwerken waarvan de aanleg mag worden uitgevoerd door erkende bedrijven. Slechts 20% van de leidingen zijn hogedrukleidingen. De rest - naar netwerken met indicatoren voor gemiddelde en lage druk.

Oversteken van waterkeringen en ravijnen, spoorwegen en snelwegen

Ondergrondse gaspijpleidingen van elk drukniveau die spoor-, weg- of tramsporen kruisen, zijn vereist in een zaak stoppen... De kwestie van de noodzaak om de koffer uit te rusten en het niveau van sterkte, evenals de diepte van de plaatsing, wordt in elk specifiek geval door de ontwerporganisatie beslist.

Op dergelijke plaatsen moet de wanddikte van de stalen pijpleiding zijn: overschrijdt de berekende met 2 - 3 mm... Bij gebruik van polyethyleen buizen moet hun veiligheidsmarge in de stad minimaal 3,2 zijn.

Op plaatsen van onderwaterkruisingen worden gasleidingen aangelegd met verdieping in de bodem. Bij het berekenen van de stijging is soms ballast van de buis nodig.

De pijp wordt gelegd volgens de methode: gericht boren... Pijpen leggen - 2 m onder het geschatte bodemprofiel.

Leidingen die voor onderwatergebieden worden gebruikt, moeten met verdikte muren - meer dan de berekende dikte met 2 - 3 mm, maar niet minder dan 5 mm. Het is mogelijk om PE-leidingen te gebruiken met een veiligheidsfactor van 2,5 als de gasdruk niet hoger is dan 0,6 MPa. Afsluiters worden op 10 m van de voorgestelde grens van de oversteek geplaatst.

Afstanden tot gebouwen en constructies, andere technische routes

Bij de aanleg van bovengrondse of bovengrondse gasleidingen dient hiermee rekening te worden gehouden. locatie ten opzichte van residentiële, industriële voorzieningen, evenals gebouwen van een speciaal type. De afstand wordt aangegeven in meters.

Vereisten voor gasleidingen in bijzondere omstandigheden

De set van regels "JV Gas Supply" voorziet in de aanleg van pijpleidingen in bijzonder ongunstige omstandigheden:

• bij deining, bodemdaling, zwelling, permafrost, rotsachtige, ondiepe bodems;
• met mogelijke seismische activiteit boven 6 - 7 punten;
• in karst en ondermijnde gebieden;
• in steden met een bevolking van meer dan 1 miljoen mensen en een seismische activiteit van meer dan 6 punten;
• met een woning van meer dan 100 duizend mensen en seismische activiteit boven 7 punten.

In dergelijke omstandigheden is een negatieve impact op de gasleiding mogelijk. Bij een groot aantal personen is het noodzakelijk om extra gastoevoerleiding, gelegen aan de andere kant van de stad - in geval van schade aan de hoofdstraat. In dit geval moeten pijpleidingen met gemiddelde en hoge druk worden teruggelust en zorgen voor de ontkoppeling van de segmenten door vergrendelingsmechanismen.

Leidingkruisingen door rivieren en ravijnen tot 80 m breed in seismisch actieve gebieden moeten worden uitgevoerd per vliegtuig... Tegelijkertijd moeten de buissteunen en stoppen zorgen voor voldoende mobiliteit om te voorkomen dat ze tijdens een aardbeving van de steun vallen.

Toegestaan ​​om te gebruiken polyethyleen gasleidingen met een veiligheidsmarge van minimaal 3,2 in een beschermende schaal. In dit geval worden gelaste verbindingen door fysieke methoden gecontroleerd op schade.

Voor LPG-tanks die zich ondergronds bevinden, zijn er oppervlaktegasleidingen voorzien voor de vloeistof- en dampfase.

Vóór de aanleg van de pijpleiding wordt een hydraulische berekening van de gasleiding uitgevoerd om de diameter van de pijpen correct te selecteren en een ononderbroken brandstoftoevoer met de gespecificeerde parameters te garanderen.

Restauratie en reparatie

Gasleiding stalen buizen nodig: periodieke vervanging en restauratie... Een gewone gasleiding gaat ongeveer 25 jaar mee. Minder in extreme omstandigheden.

Reparatie van apparatuur en vervanging van een leidingsectie kan worden uitgevoerd twee manieren:

• wanneer het technologische proces wordt gestopt, wanneer de gastoevoer in dit gebied stopt;
• zonder te stoppen met tanken.

Reparatiewerkzaamhedendie het vaakst worden uitgevoerd:

• vervanging van een versleten gedeelte van een pijp;
• het defecte gebied omzeilen voor reparatie;
• reparatie of vervanging van de afsluiter;
• installatie van extra pijpleidingvertakkingen;
• installatie van afstandsbedieningen, alarmen, boekhoudapparatuur;
• installatie van een plug met daaropvolgende ontmanteling van de pijpleiding.

Reparatietechnologieën maken het mogelijk om te werken zonder het technologische proces op de takken van de hoofdleiding te stoppen met een druk tot 10 MPa en een temperatuur tot 370 graden.

Interne gaspijpleidingen

Interne gaspijpleidingen zijn een systeem van leidingen en verschillende regelapparatuur die gas transporteren naar verwarmingseenheden in een huis of appartement... Interne bedrading is aangesloten op binnenlandse lagedrukgasleidingen met druk niet meer dan 3000 Pa.

Bij het aansluiten van bedrading binnen een appartement op netwerken met gemiddelde of hoge druk, de aanwezigheid van reductieapparatuur is vereistbijvoorbeeld een gasregeleenheid van het kasttype.

Elke voorziening die gas verbruikt, moet zijn uitgerust met: meetapparatuur verbruik van blauwe brandstof in overeenstemming met de vereisten van regelgevende documenten van de Russische Federatie.

Gasdistributie

eerst gecompileerd project documentatie... Er wordt rekening gehouden met de plaats waar de pijp het huis binnenkomt - het moet een niet-residentiële ruimte of een stookruimte zijn. Het is het gemakkelijkst om van daaruit verdere bedrading door het huis te leiden. Via een in de muur geboord gat, waarin een stalen huls (kast) wordt gestoken, wordt de buis in huis gebracht.

Als de lay-out van het gebouw de introductie van de pijpleiding in de niet-residentiële gebouwen niet toestaat en de pijp door de woonkamers gaat, wordt deze methode genoemd doorvoer... In dit geval is het niet toegestaan ​​om in dergelijke gebieden afsluiters te installeren en ook geen schroefdraadverbindingen te maken.

Om veiligheidsredenen wordt de buis op een open manier binnenin gelegd. Dit verslechtert de esthetische kenmerken, maar opent de toegang voor tijdige reparatie of stopzetting van de brandstoftoevoer.

Het is mogelijk om leidingen in groeven te leggen en af ​​te sluiten met geventileerde schermen, die gemakkelijk kunnen worden gedemonteerd bij het horen van de gaslucht in de kamer.

De leidingen zijn verbonden door middel van elektrisch lassen. Dit is de meest betrouwbare manier.

Installeer geen gasdistributie in ventilatieleidingen.

Valera

De stem van de bouwgoeroe

Een vraag stellen

Voor de gecombineerde aanleg van gas en andere nutsvoorzieningen gelden een aantal eisen. Om geen boete te krijgen voor onjuiste installatie van de gasleiding, is het daarom noodzakelijk om bevoegde voormannen uit te nodigen om te werken.

Uitrusting

Gasapparatuur voor een privéwoning omvat:

• mini-stookruimte;
• gasverbruikmeters - meters;
• apparatuur voor het gebruik van vloeibaar gas;
• controlesystemen, gaslekalarm.

Daarnaast zijn er gasboilers, fornuizen en verwarmingstoestellen die op blauwe brandstof werken.

Krimpen

Gasleiding druktesten noodzakelijk is voor een verder veilig gebruik van het systeem. Het wordt uitgevoerd door lucht onder druk in het systeem te pompen. Als na een tijdje de aflezing van de manometer daalt, is er een lek in de gasleiding.

Veiligheidstechniek

Bij het installeren van een interne gasleiding is het verboden:

• leg dunwandige gasleidingen door deur- of raamopeningen;
• leidingen leggen onder de 2 m van het vloerniveau;
• maak flexibele leidingsecties langer dan 3 m;
• voer bedrading uit op moeilijk bereikbare plaatsen;
• als de keukenbedrading in ventilatie is gemaakt, kan deze ruimte niet worden gecombineerd met het algemene ventilatiesysteem;
• het plafond en de wanden bij de gasleiding moeten van onbrandbare materialen zijn gemaakt;
• stalen beugels en met rubber beklede klemmen worden gebruikt als bevestigingsmiddelen.

Valera

De stem van de bouwgoeroe

Een vraag stellen

Ook zijn er veiligheidseisen wat betreft de relatieve positie van het elektrische paneel en de gasleiding. De minimale afstand is 50 cm De elektrische leidingen moeten op een afstand van minimaal 25 cm van het gasverdeelmechanisme liggen.